- Verslag
(FR) Analyse van de risico's in verband met de verkleining van de afstand tussen 1. de mast (windturbine) en de bosranden en 2. de uiteinde van de wiek en de vegetatie
In Wallonië beveelt de overheid aan om een minimale afstand van 100 m aan te houden tussen een windturbine en een bosrand. Het doel van deze studie was om de relevantie van deze veiligheidsafstand te beoordelen op basis van akoestische gegevens en informatie uit de literatuur. De kwestie van de verticale afstand tussen de rotor en het dichtstbijzijnde bladerdak werd ook bestudeerd.
De analyse van opnames gemaakt op 199 luisterplekken in Wallonië laat zien dat de gemeten vleermuisactiviteit zeer variabel is en niet erg goed verklaard wordt door de geteste omgevingsvariabelen. Er werd echter een significant effect aangetoond voor het aandeel bos binnen 250 m, voor de afstand tot de bosrand, de dichtheid van het netwerk van heggen en bomenrijen en voor de lichtvervuiling. Wat betreft de afstand tot de bosrand, daalde de gemiddelde activiteit van vleermuizen (alle soorten samen) significant voorbij ongeveer 50 m.
Gegevens van 13 continue opnamecampagnes op meetmasten werden verzameld om de invloed van de verticale afstand tussen de microfoon en het bladerdak of de grond te onderzoeken, evenals die van de horizontale en diagonale afstand tot de rand. Ondanks een grote spreiding van punten werden significante effecten gevonden. Het belangrijkste effect was een afname in activiteit met de hoogte. De activiteit op rotorhoogte (33-90 m) lijkt weinig beïnvloed te worden door de afstand tot bosranden.
Deze resultaten van de analyse van Waalse gegevens, gecombineerd met een gedetailleerd onderzoek van de wetenschappelijke literatuur, hebben geleid tot een reeks aanbevelingen met betrekking tot de mogelijke nabijheid van windturbines tot beboste gebieden.