Studie van de Zwarte Ooievaar en analyse van de impact van windenergie en het elektriciteitsnet

De kennis van het habitatgebruik door volwassen zwarte ooievaars, zowel tijdens het broeden, de trek als de overwintering, blijft onvolledig. Dit gebrek aan gegevens is bijzonder uitgesproken in de context van de ontwikkeling van windenergie en elektriciteit, een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt.

Sinds enkele jaren wordt ons adviesbureau gevraagd om de werkelijke impact van de infrastructuur van windmolenparken en het elektriciteitsnet op deze emblematische Europese soort te analyseren. Om ons inzicht te verfijnen, hebben we de wetenschappelijke literatuur grondig bestudeerd en 15 Europese experts geïnterviewd aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst. Deze analyse bracht een gebrek aan precieze gegevens aan het licht: bestaande studies erkennen een mogelijke impact van windturbines, maar de resultaten zijn moeilijk te objectiveren en vaak gebaseerd op éénmalige of bevooroordeelde waarnemingen. Sommige bronnen vermelden een negatief effect, terwijl andere geen significante effecten vaststellen.

Op de 7ᵉ International Conference on the Black Stork (2019) werd het belang benadrukt van het monitoren van zenderdata om nauwkeurige gegevens te verzamelen over de vlieghoogtes en het ruimtelijk gedrag van zwarte ooievaars ten opzichte van wind- en elektriciteitsinfrastructuur.

Met dit in gedachten is onze onderzoeksafdeling van plan om de komende maanden verschillende volwassen zwarte ooievaars te volgen die zijn uitgerust met GPS-zenders. Het doel van dit initiatief is niet alleen om wetenschappelijke antwoorden te vinden over het natuurlijke gedrag van de soort, het gebruik van de habitat en voedselgebieden en de intraspecifieke interacties, maar ook om onze kennis van de interacties tussen windturbines en zwarte ooievaars te vergroten. Het doel is om het vermogen van broedparen te beoordelen om samen te leven met deze infrastructuur op hun broedplaatsen en om een beter inzicht te krijgen in de reële risico's van botsingen en verlies van habitat.

Dit nieuwe initiatief volgt op een onderzoek dat in 2022 werd uitgevoerd bij twee zwarte ooievaars met GPS-zenders in de Ardennen. Dit onderzoek heeft ons in staat gesteld om ons begrip van hun dagelijkse bewegingen en hun gebruik van het territorium te verfijnen, wat geleid heeft tot aanbevelingen voor een beter aangepast beheer in de Ardennen. Deze twee ooievaars worden nog steeds gevolgd. De methodologieën, resultaten en analyses van deze studie worden gedetailleerd beschreven in nummer 170 van het tijdschrift Forêt.Nature.

Onze expertise in dit project:

•  Expertise en studies: G. Jadoul en O. Noël